Litron kop en schotel, Louis Cretté Brussel

Mooie litron vormige kopje met bijpassende schotel. Versierd met cartouches van dieren die in een landschap staan, alles in grisaille. Oranje grond met grote gouden strepen. Een algemene moderne stijl. De schilderijen zijn kenmerkend voor Cretté. Gesigneerd in rood op het glazuur onder het kopje en onder de schotel. Zeer goede staat.
Uit de periode dat Cretté zijn atelier in de Arenbergstraat had, tussen 1788 en 1799, of zijn manufactuur in de Sterstraat van 1799 tot 1813.

Lit: Louis Cretté begon zijn carrière als porseleinschilder in 1772 in de fabriek van Bourg-la-Reine in de regio Parijs. Hij zal ook in de prestigieuze fabrieken van de graaf van Artois en de hertog van Angouleme geleid door Dihl werken. Hier ontmoet hij zijn toekomstige partners, Claude Bommer de draaier en Jacques Müller het fornuis technieker. De 3 vrienden zullen samenwerken om de fabrieken van Lille en Valenciennes op te zetten en zullen naar Brussel worden geroepen om te helpen bij de creatie in 1786 van de fabriek van Montplaisir en in 1787 van die van Etterbeek. Cretté en Bommer directeur, hun droom om zelf eigenaar te worden van een fabriek was nabij! Helaas, worden ze allebei door de geldschieters van het project ontslagen. Volgt een rechtszaak van 10 jaar voor Cretté, die sinds hij niet mag produceren beslist te schilderen! Moedig verhuist hij naar de rue d’Arenberg en koopt hij zijn witte stukken in Parijs (onder andere bij Locré). In 1799 creëerde hij met het geld van zijn wettelijke overwinning zijn eigen fabriek op de Zavel, Rue de l’Etoile (nu Ernest Allard Straat). Voor de productie associeert hij zich met Mortelèque, opgeleid in Doornik. Ze creëren voornamelijk mooie tafelserviezen waar het schilderen een overheersende rol speelt. De stijl is Louis XVI en neoklassiek. Landschappen, bloemen, dieren en landelijke scènes zijn gemaakt met grote finesse. In 1803 realiseert hij een uitzonderlijke servies met “Buffon’s vogels” met de ambitie die te verkopen aan een prestigieuze klant; Napoleon Bonaparte, 1e consul van Frankrijk (De verkoop vindt niet plaats en het servies is verspreid, een deel bevindt zich in het Museum van de Stad Brussel op de Grote Markt). Toen Louis Cretté in 1813 stierf, verhuisde Mortelèque naar Elsene waar hij een tijdje werkte (met o.a.. Faber).