Massief zilvere tafelstuk, Tétard Frères in Paris

Prachtig driedelig tafelstuk in Louis XV-stijl, uitgevoerd in zilver en glas, vervaardigd door het huis “Tétard Frères”. Zilvermerk 950/1000. Zeer decoratief, siert het midden van een tafel.

Afmetingen: 108 cm lang en 44 cm breed in het midden. Het centrale plateau is 65 cm lang en 44 cm breed – de zijstukken zijn 30 cm lang en 32 cm breed.

Tétard Frères in Parijs, circa 1910.

Lit: Het zilversmid atelier Tétard et Tétard frères in Parijs, bekend in de 19e en 20e eeuw, was één van de laatste Franse ateliers die zich toelegden op de productie van massief zilver en vermeil. Het was gevestigd in de wijk Marais, aan de Rue Béranger 4, in ieder geval tussen 1881 en 1978, en daarna ook aan de Rue Portefoin 12 voor het atelier. Het werd opgericht door Edmond en na zijn dood in 1901 voortgezet door zijn drie zonen Henri, Jacques en Georges, onder de naam ‘Tétard Frères’.

Edmond trouwde in Parijs met Lucie Marie Raingo, dochter van Gabriel Jules Raingo uit de beroemde familie die gespecialiseerd was in klokken en bronzen meubels. Edmond graveerde zijn zilversmidmerk met het symbool van de ‘Huguenot’-pot, ontleend aan het merk van Émile Hugo, wiens opvolger hij was. Sinds 1851 had Hugo een goudsmederij die gespecialiseerd was in gevormde stukken, aan de Rue Béranger 4 in Parijs. Tétard omringde zich met bekwame ambachtslieden en kunstenaars om ontwerpen te maken en gaf veel geld uit aan materialen. In 1889 trok Tétard de aandacht op de Wereldtentoonstelling in Parijs met verschillende creaties: een tafelstuk gemodelleerd door Quinton, een handfontein (ontworpen door Henri Cameré, gemodelleerd door Boussard en de groep kinderen door Auguste Moreau), schrijfmappen, spiegels, gemonteerde bekers en kristallen, en een groot servies voor de markies van Linarès. Een tafelstuk voor de markies de Linarès, verkocht op de veiling van Tétard, werd gemodelleerd voor de beelden door Émile Peynot en Mathurin Moreau, en de figuren werden gegoten door Rudier. Het won een gouden medaille. Prevost, van het bedrijf Tétard, won ook een bronzen medaille voor goudsmeden. De pers beschreef de fabriek destijds als belangrijk. De goudsmid, die gespecialiseerd was in zilverwerk in Lodewijk XV-stijl, had een uitgebreide klantenkring die zich uitstrekte van Zuid-Amerika tot Rusland. In 1900 was hij lid van de jury voor zilverwerk op de Wereldtentoonstelling.

De volgende generatie, die van Henri, Jacques en Georges, bestond uit Jean, de zoon van Henri, die modellen ontwierp voor het atelier van zijn vader, Roger, de zoon van Jacques, en Pierre, de zoon van Georges.

Het bedrijf bereikte zijn hoogtepunt op de Koloniale Tentoonstelling van 1931, waar het 10 medailles won.

Mevrouw André Tétard was het laatste familielid dat het bedrijf leidde, tot 1983. André had de groep eerder, in 1978, verkocht aan het Comptoir Lyon Allemand. De naam ‘Tétard frères’ verschijnt als een nevenvestiging van Daum, aan de rue Montesquieu 4 in Parijs, in ieder geval tot 2005.