“Venetië”, JAMAR Armand (Luik 1870 – Brussel 1946)

Prachtig impressionistisch uitzicht op de lagune van Venetië. Een gondel en enkele kleurrijke zeilen op het water met de skyline van de stad badend in het licht op de achtergrond. Olieverf op doek geplakt op board. Gesigneerd en gedateerd rechtsonder. Een tentoonstellingslabel op de achterkant.

Afmetingen: H 28 x B 36 cm – H 50 cm x B 43 cm

Belgische school gedateerd 1925.

Dit schilderij maakte deel uit van de retrospectieve tentoonstelling in Schaarbeek in 1988.
Lit: Armand Gustave Gérard Jamar, geboren in 1870 in Luik en overleden in 1946 in Sint-Gillis, was een Belgisch schilder. Na zijn rechtenstudie schreef hij zich in 1894 in aan de Académie royale des beaux-arts in Luik, waar hij studeerde bij Évariste Carpentier en Adrien De Witte. In 1900 had Armand Jamar zijn eerste tentoonstelling in Luik en in 1904 verhuisde hij naar Schaarbeek waar hij het voormalige atelier van Constantin Meunier betrok. Hij stelde ook regelmatig tentoon in het Salon des artistes français, waar hij een eervolle vermelding kreeg in 1904 en de gouden medaille in 1907. Hij nam ook deel aan de Salons van Brussel (1910), Antwerpen en Gent. In 1921 hield hij een solotentoonstelling in Brussel in de Cercle Artistique et Littéraire. Hij reisde veel door Europa, Noord-Afrika en de Verenigde Staten. Zoals veel van Évariste’s leerlingen werd Armand Jamar op zijn advies naar de Limburgse Kempen bij Genk gestuurd. Hij was ook gefascineerd door de Noordzeekusten, vooral Zeebrugge, Bretagne en Zeeland. In 1921 werd Armand Jamar Ridder in de Leopoldsorde.
Armand Jamar begon op een impressionistische manier en gebruikte felle kleuren en brede penseelstreken om stadsgezichten, interieurscènes en zeegezichten te schilderen. Veel van deze schilderijen werden op locatie gemaakt. Zijn vroege werk werd beïnvloed door de schilderijen van pre-impressionisten zoals Eugène Boudin en Johan Barthold Jongkind. Hij maakte ook een aantal schilderijen met markttaferelen en het fabrieksleven. Vanaf 1920 liet hij het licht, vooral dat van de zonovergoten landen waar hij rondreisde zoals Spanje, Italië en Algerije, heftiger naar voren komen in pure, levendige tonen. Vormen en kleuren werden intenser, bewerkt met penselen en messen in een stijl die de schilder levendig wilde hebben, zowel soepel als sterk.