De CUYPER Floris

(Antwerpen 1875- Mortsel 1965)

Uitverkocht

Marmeren beeldhouwwerk van een naakte jonge man zitting op een rots. In zijn handen, een hamer en een beitel. Hij heeft een expressieve houding waarin hij zijn anatomie benadrukt. Een “Rodinesque” -gevoel in stijl, techniek en beweging. Gesigneerd op het terras. Staat op een groene marmeren voet. Goede staat.

Afm: H 65 cm – basis B 65 cm x D 40 cm

Belgische school van het begin van de twintigste eeuw, rond 1900-1910.

Lit: Floris De Cuyper, de laatste van een gezin met vijf kinderen, werkt enige tijd in de glas industrie en in zijn vaders spiegel atelier. Hij leerde beeldhouwkunst in het atelier van Jozef Van Ostayen in Borgerhout, waar hij bij beeldhouwers Alfons Van Beurden, Frans Deckers en Jan Kerckx aan de Antwerpse Academie studeerde. Hij leert marmer te snijden in de werkplaats Frans Joris. Als student van de beeldhouwer Thomas Vinçotte aan het Hoger Instituut van Antwerpen, werkte hij, dankzij een studiebeurs, een paar maanden bij de meester Gérôme aan de School voor Schone Kunsten in Parijs (1899). 2de Prijs van Rome in 1900, hij start als onafhankelijke kunstenaar een jaar later. Hij bewerkt vele materialen (marmer, steen, ivoor, hout, goud), hij maakt vele portretten en medailles, hij volgt de mode niet en werkt op zijn eigen manier. In 1924 werd hij professor aan de Antwerpse Academie en stichtte in 1932 de tekenschool van Mortsel met Alfred Bouchery. Krijgt veel onderscheidingen. Opmerkelijk werk: borstbeeld van zijn vrouw in wit marmer in het Antwerpse Museum, “Slaperige aarde” (1928) en “Rust” (1902) in het Mortsel Museum. Oorlogsmonumenten  van Turnhout, Wijnegem, Mol (1921), Glons (1923) en Mortsel (1925).

Uitverkocht

Contacteer ons