Dieren in de 19e eeuwse Belgische schilderkunst

De beste vriend van de mens is altijd het dier geweest. Zij nemen dan ook een belangrijke plaats in de kunstgeschiedenis in.

In de loop van de 17e en 18e eeuw heeft de schilderkunst in Europa zich bevrijd van haar religieuze en didactische karakter om een voorwerp van plezier en verzameling te worden. Het schilderen van de mens en zijn omgeving ontwikkelde zich en daarmee ook de weergave van wilde- en huisdieren.

“Landschap met een kudde schapen”, Balthasar-Paul Ommeganck,  olieverf op paneel, H 68cm x B 83cm, ca. 1800, Hermitage Museum, Rusland.

 

In het begin van de 19e eeuw stonden in de neoclassicistische schilderijen in onze streken koeien, schapen, paarden en andere weidedieren afgebeeld in idyllische, heuvelachtige, vaak Italianiserende landschappen. De kwaliteit en verfijning van schilders als Balthasar-Paul Ommeganck, Jean-Baptiste De Roy en Henry Van Assche waren onmiskenbaar. Ze waren zeer succesvol tijdens hun leven.

Hun traditionele stijl maakte spoedig plaats voor een stijl die dicht aanleunde bij de Romantiek en waarvan Eugène Verboekchoven de onbetwiste meester was. Autodidact en een beroemdheid in zijn tijd, het was een goed idee om een werk van de kunstenaar in je collectie te hebben! Chromatische nauwkeurigheid, correctheid van de tekening, zorgvuldige details en harmonie van de compositie, alles was er! Het Rijksmuseum in Amsterdam kocht twee schilderijen van hem in 1824 en 1825.

“Bewegend landschap”, Eugène Verboeckhoven, Olieverf op doek, 1846, H103cm x B132cm,

Museum voor Schone Kunsten Gent (MSK), België

 

Rond 1830 werd het atelier van de meester verrijkt met de penselen van veelbelovende leerlingen: de Fransman Thomas Francia, Eugène Vermeulen, Charles Tilmont, de gebroeders Tschaggeny van Zwitserse afkomst, Louis Robbe uit Kortrijk en Daniel-Adolphe-Robert Jones uit Brussel maar van Engelse afkomst. Allen bleven vrij trouw aan het genre van de meester, behalve Louis Robbe die de trein van het realisme nam.

Verboeckhoven werkte samen met talrijke landschaps- en portretschilders. In een werk van zijn broer Charles, een zeezichtenschilder, schildert Eugène bijvoorbeeld dieren bij het water. Hij werkte ook samen met Louis-Pierre Verwee, zijn eerste leerling, een landschap- en dierenschilder. Deze laatste was de leermeester van zijn zoon Alfred, bekend om zijn realistische schilderkunst van Noordzee vee, de Polders.  Dit fenomeen van samenwerking zou zich vooral in de Hollandse Romantische schilderkunst ontwikkelen.

 

“Percheronpaar”, Alfred Verwee, olieverf op doek, gegraveerd en gedateerd 1871, H 98cm x B 140cm. L’Egide Antiques Collection©.

 

Tegen het midden van de 19e eeuw drongen de kunstenaars van het realisme zich op, met hun verlangen naar objectieve waarneming, exacte weergave, het einde van idealisering en anekdotisch sentimentalisme. Het genre van de (geanimeerde) landschappen werd voortdurend gemoderniseerd dankzij de school van Barbizon in Frankrijk en de school van Tervuren in België.

Onder deze invloed heeft de dierenschilderkunst zich ontwikkeld, gediversifieerd en gespecialiseerd. Naast vee, richtte het publiek zich op scènes en portretten van honden, katten, vogels en zelfs apen!

Joseph Stevens, een leerling van Louis Robbe en broer van de genreschilder Alfred Stevens, bracht een frisse wind in het schilderen van huisdieren. Als pionier van het genre drukte hij de dierenpsychologie realistisch uit door de compositie, de uitdrukking en de positie van de dieren, maar ook door het medium.

Pluimvee en vogels waren het domein van André Plumot, Piet Van Engelen en Jean-Louis Van Leemputten. 

 

“Promenade à dos d’âne”, André Plumot, olieverf op paneel, gesigneerd en gedateerd 1902, H 40cm x B 30cm. L’Egide Antiques Collection©.

 

Apen zijn de specialiteit van Vincent de Vos en Zacharie Noterman.

Charles Van den Eycken Jr. was een leerling van Stevens aan de Brusselse Academie. Hij werd al snel bekend door zijn picturale voorstellingen van honden en katten in interieurs. Hij portretteerde de dieren niet, maar ze waren actieve deelnemers. Ze worden meestal afgebeeld in ontroerende of speelse situaties, die zijn werken tot leven brengen.

Charles was ook een actief lid van “L’Essor”, een kunstkring die in 1876 werd opgericht toen het realisme een verenigende beweging werd onder vele jonge kunstenaars. Het motto van L’Essor was “Eén kunst, één leven” en benadrukt aldus de band tussen Kunst en Leven. De stichters werden gezien als progressief en rebelleerden tegen het academisch conservatisme.

“Familie van katten in de naaikamer”, Charles Van den Eycken, olieverf op doek, gesigneerd “Brussel, 1910”, H 68cm x B 94cm. L’Egide Antiques Collection©.

 

Vanaf 1881 exposeerde hij regelmatig op de tentoonstellingen van Brussel, Luik, Gent en Antwerpen, maar ook in Nederland, Duitsland en zelfs Spanje. Hij ontving talrijke medailles. Zeer begeerd, voerde hij talrijke opdrachten uit, met name voor koningin Marie-Henriette van België.

Vandaag de dag heeft deze stijl van werken nog steeds een publiek, maar het is niet “in de mode”, waardoor amateurs ze tegen redelijke prijzen kunnen aanschaffen.

In de tweede helft van de 19e eeuw konden bepaalde kunstenaars, zoals Emile Claus en Rosa Bonheur, dankzij het impressionisme en, meer in het algemeen, de schilderkunst in de open lucht, hun passie voor het afbeelden van vee en andere gezelschapsdieren hervinden.

De komst van dierentuinen en de mogelijkheid om (wilde) dieren van dichtbij te zien zal generaties van Art Nouveau en Art Deco kunstenaars beïnvloeden. Paul Jouve en zijn tijdgenoten sublimeerden het dierportret door middel van zuivere lijnen, werken die voortdurend gewild zijn op de kunstmarkt.

Aurélie Di Egidio

L’Egide Antiques in  Brussel, 10 September 2021

Bronnen:

– Du coq à l’âne, La peinture animalière en Belgique au 19e siècle, tentoonstellingscatalogus, Norbert Hostyn, 1982, imprimerie Georges Thone S.A.

– Kortrijkse dierenschilders van de 19de eeuw”, tentoonstellingscatalogus, stadhuis Kortrijk, Paul Debrabandere en Isabelle Bauwens – De Jaegere, 1987, drukkerij Snoeck-Ducaju & Zoon

– Arto, biografisch woordenboek van de plastische kunsten in België, Wim en Greet Pas, 2002, De Gulden Roos.

– Dictionnaire des peintre belges nés entre 1750 et 1875″, P et V Berko, 1981, éditions Laconti, Brussel.

– L’Abécédaire du parcours animalier du musée des Beaux-Arts de Bordeaux. XIXe et XXe siècles, versie van 04/06/2015.